Stink! stink, Brüderlein stink!
Mijn vader - uitgesproken tegenstander van hygiene - vond dat lichaamsgeur bij iemand hoorde. 'Ik wil met mijn ogen dicht weten wie er in de kamer is' sprak hij ooit.
Hij maakt het niet meer mee, maar hij heeft een goede zoon aan mij. Ik stink voortdurend. Uit mijn mond en uit al mijn poriën, naar KNOFLOOK! Ik ben een enthousiaste kok die experimenteert met tal van gerechten, dat wil zeggen, zolang er knoflook in zit. Puur of verdund met uien, rauw of gekookt. Neem nog een teen! Stink! stink, Brüderlein stink! [Lees verder]