Geen angst voor tekort: er is voldoende uranium voor 17.000 jaar
Er is voldoende uranium voor 170 eeuwen!. Dat is de conclusie van een studie uit 2003 van de Harvard universiteit die ik destijds heb vertaald. Behalve vanwege deze opgewekte conclusie is de studie ook interessant omdat de auteurs uitgesproken groen zijn: prof. J.P. Holdren, een onderzoeker uit de school van oer-alarmist Paul Ehlich die later wetenschapsadviseur van Obama werd en Bob van der Zwaan die inmiddels hoogleraar duurzame energietechnologie is aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Prof Steve Fetter was ook onderdeel van de Obama regering en Bunn is zeer bekommerd over kernwapens en de klimaatproblematiek. Alle vier lijken ze overigens voorstander te zijn van kernenergie. Het rapport staat in de bijlage, hieronder staat mijn samenvatting van het rapport. Ik wil daar zelf nog graag het volgende aan toevoegen.
Dat er voldoende is voor 170 eeuwen kernenergie is geen pleidooi om de wereld in een uraniummijn te veranderen, en dat hoeft ook niet. Met opwerking en snelle kweekreactoren kan het zo gevreesde kernafval worden hergebruikt en aldus de behoefte aan 'ruw' uranium verminderen. En dan hebben we het nog niet eens over thorium waarvan de aardse voorraad nog veel groter is. Weinig reden tot zorg dus.
In 2001 gebruikten de kerncentrales in de wereld gezamenlijk 64.000 ton uranium. De geschatte winbare wereldvoorraad bedraagt nu 17 miljoen ton, hetgeen betekent dat die centrales in ieder geval 250 jaar door zouden kunnen draaien. Maar we willen meer kerncentrales, en volgens sommigen ontstaan er dan snel tekorten aan uranium. Dat probleem kan opgelost worden door de oude brandstof nog eens te gebruiken (door deze 'op te werken' of door 'snelle kweekreactoren' in te zetten). Maar hoewel dit een vorm van recycling is, wijzen velen dit af wegens de mogelijke gevaren. Maar is die 17 miljoen ton die er in ieder geval ligt nu echt de totale hoeveelheid uranium op aarde? Of is men na het vinden van deze hoeveelheid opgehouden met zoeken? Het laatste: door de anti-kernenergiebeweging heeft de ontwikkeling van kernenergie lange tijd stil gestaan. Het had dan ook geen enkele zin om - gegeven een wereldvoorraad die in ieder geval 250 jaar zou meegaan - nog meer uranium te gaan zoeken. Exploratie is duur en bovendien: iedere hoeveelheid die je vindt zou de schaarste verminderen.... en dus de prijs doen dalen. Niet aantrekkelijk kortom. Er zijn echter goede redenen om aan te nemen dat de werkelijk hoeveelheid winbaar uranium op aarde zo'n twee tot zes maal groter is dan de eerder genoemde 17 miljoen ton. Dat komt dan neer op 34- 102 miljoen ton (mediaan 68 miljoen). Het heeft alles te maken met de prijs: als uranium schaarser wordt is men bereid er meer voor te betalen en wordt het dus aantrekkelijker om wat harder te zoeken en wat dieper te graven. Ook wordt de winningstechnologie voortdurend verbeterd. Stel nu dat we in deze eeuw het aantal kerncentrales zouden vervijftienvoudigen. Uitgaande van tamelijk onzuinige centrales heeft men berekend dat we in deze eeuw dan 26 miljoen ton uranium nodig zouden hebben. Uitgaande van een mediaan schatting van 68 miljoen ton zouden we zo weer 250 jaar vooruit kunnen. Uit het kolommetje hiernaast kunt U opmaken dat dat veel langer is dan velen voor mogelijk hielden. Het is bovendien ook aanmerkelijk langer dan de periode dat we nu olie gebruiken. Maar zouden de tegenstanders van kernenergie een periode van 250 jaar wel als duurzaam willen bestempelen? Het valt te betwijfelen. Je zou dan kunnen zeggen: OK het is een overgangsenergie, maar je kunt er dan ook op wijzen dat er in de oceanen nog 4500 miljoen ton uranium zit. Nu is die nog niet winbaar omdat er nog zoveel uranium tegen een veel lagere prijs te winnen is, maar naarmate die opraakt verandert dat ongetwijfeld. Uraniumwinning uit zee zal in ieder geval eerder financieel aantrekkelijk worden dan opwerking en snelle kweek. Een berekening uit de losse pols - 4500 miljoen ton uranium in zee gedeeld door een behoefte van 26 miljoen ton - laat zien dat je dan 170 eeuwen vooruit zou moeten kunnen. Dat lijkt toch behoorlijk duurzaam. Bovenstaande is de tamelijk ruwe samenvatting van Appendix B1 van de 'The economics of reprocessing vs. direct disposal of spent nuclear fuel.' ( dec. 2003) door Matthew Bunn, Steve Fetter, John P. Holdren en Bob van der Zwaan van de Harvard Universiteit. Het origineel bevat veel meer details en is daarom met toestemming van de oorspronkelijke auteurs vertaald door de Groene Rekenkamer en hieronder gepubliceerd. Om misverstanden te voorkomen: dit artikel gaat niet over het meest verstandige energiebeleid maar over de voorraden uranium op aarde. Het is geen pleidooi voor een energiebeleid zonder opwerking en snelle kweekreactoren maar een verkenning van de mogelijkheden daarvan en de conclusie is dat het kan - royaal. (Overigens mag hier niet onvermeld blijven dat de aarde ook nog een hoeveelheid thorium bevat die drie maal zo groot is als de hoeveelheid uranium en die ook als brandstof voor kerncentrales kan worden gebruikt). De Groene Rekenkamer voegt hier nog graag aan toe dat een energiebeleid zonder opwerking en snelle kweekreactoren weliswaar mogelijk maar niet wenselijk is om reden dat zo een onnodige partij afval ontstaat die eigenlijk niet eens afval is omdat er nog zoveel elektriciteit uit te winnen valt. Door opwerking en snelle kweekreactoren in in te zetten wordt het afvalprobleem aanmerkelijk kleiner en neemt de energierijkdom die we hebben alleen nog maar toe. (T.R.)
Add new comment